Coinbase stapt naar gerechtshof: verzoek tussentijds beroep tegen aanklacht SEC

Coinbase heeft de rechtbank verzocht om een specifieke "beslissende vraag" onder de loep te nemen die door de SEC is opgeworpen in hun lopende zaak tegen de exchange.

"Rijp voor onmiddellijke beoordeling"

"De vraag die hier wordt gepresenteerd, is vrij van feitelijke geschillen en daarmee rijp voor onmiddellijke beoordeling." betoogde Coinbase in een indiening op 12 april.

Paul Grewal Coinbase lichtte op X toe dat de "beslissende vraag" draait om of een investeringscontract "iets contractueels" vereist. De rechtbank indiening stelt:

"Of een "investeringscontract" kan bestaan zonder enige verplichting na de verkoop is een zuivere, beslissende rechtsvraag."

Grewal legde verder uit dat Coinbase van mening is dat een investeringscontract contractuele verplichtingen na de verkoop vereist. De SEC beweert dat dit niet het geval is.

Motie van Coinbase om verwerping afgewezen

Dit volgt nadat de Amerikaanse districtsrechter Katherine Failla de motie van Coinbase om de zaak van de SEC te verwerpen had afgewezen. Daarbij werd beweerd dat de exchange functioneert als een niet-geregistreerd wisselkantoor, makelaar en clearing instelling.

Als het hof besluit het tussentijdse beroep goed te keuren, zou dit een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de aanhoudende zaak. Deze is al sinds juni 2023 aan de gang.

Dit komt omdat de SEC beweerd dat de transacties van Coinbase investeringscontracten zijn. "Ondanks een afwezigheid van contractuele verplichtingen" volgens Coinbase.

Een ommekeer zou de aanklachten van de SEC teniet kunnen doen. Het beweert dat een vraag beslissend is als de oplossing ervan "de uitvoering van de actie kan beïnvloeden."

Vroege indiening cruciaal voor crypto industrie

Grewal benadrukte het vroege indienen van hun verzoek om beroep. Deze verzoek van Coinbase werd slechts 17 dagen na de afwijzing van de motie om te verwerpen ingediend.

Hij rechtvaardigde de actie echter vanwege het belang voor de bredere crypto sector. Het doel is het geschil over crypto transacties zo snel mogelijk op te kunnen lossen.

“We vragen om dit eerder in beroep te nemen dan normaal omdat het cruciaal is voor onze industrie. De actie van de SEC tegen ons en andere bedrijven gaat ver voorbij de wettelijke autoriteit die door het Congres is verleend. Het werpt een schaduw over activa innovatie.”

Deze stap komt nadat Coinbase een overwinning behaalde in een zaak tegen eisers. Deze beweerden dat Coinbase hen niet-geregistreerde effecten had aangeboden en verkocht.

Op 6 april oordeelde het Hof van Beroep in het voordeel van Coinbase. Bevestigend dat secundaire verkopen van crypto op zijn platform de Securities Exchange Act niet schenden.